
Goldfrapp, dat is het kersverse project van het getalenteerde duo Alison Goldfrapp en Will Gregory. Sommige muziekliefhebbers kennen Alison als vroegere achtergrondzangeres van Tricky en Orbital. Met het debuutalbum Felt Mountain staat ze er helemaal: een muzikale parel vol donkere, cinematische en verrassende elektronica. Ik mocht haar even opbellen voor een gesprek.
Met Tricky en Orbital stond je mee aan de bron van de triphop en junglemuziek. Die muziekstijlen heb je nu helemaal verlaten. Ik hoor vooral cinematische muziek, met een flinke portie blues en melancholische blazers.
Wel, die muziek van vroeger was ook eigenlijk niet mijn stijl. Ik werkte mee aan de muzikale visie van anderen, maar het was niet iets wat ik zelf creëerde, zie je. Dit is echt mijn eigen project.
Het hele album klinkt nogal episch, met een vleugje film noir. Heb je een passie voor de cinema uit die periode?
Niet specifiek voor die periode, maar ik heb zeker een grote passie voor film. Als de kans zich voordoet, zou ik het heel fijn vinden om muziek voor film te maken.
Gregory Will heeft al wat ervaring als filmcomponist. Hoe hebben jullie elkaar gevonden en hoe is dit nieuwe project ontstaan?
We ontmoetten elkaar in Bristol via een gemeenschappelijke vriend. Die had hem een liedje doorgespeeld dat ik had geschreven en hij was er echt door geraakt. We spraken opnieuw af en praatten voluit over muziek. Over welke soort muziek we graag wilden maken, en waar we een hekel aan hadden – minstens even belangrijk. En zo zijn we samen beginnen te schrijven. We schrijven nu alles samen.
Jullie zetten een studio op in een bungalow in Bath nabij Wiltshire, waar jullie dit album schreven, opnamen en mixten op 5 maanden tijd.
Wel, we hadden 3 nummers op voorhand geschreven. Maar de rest hebben we inderdaad toen geschreven en opgenomen, in die bungalow. Heel praktisch, want het was goedkoop en er waren nergens buren te bespeuren.
De uitgestrektheid en vrijheid van de bergen weerklinkt echt in songs zoals het titelnummer. Maar er zitten ook contrasten in, zoals het onderkoelde ‘Inhuman’.
Zeker. Ik voelde me ook echt koud tegenover de persoon waar dat nummer over gaat.
Over het algemeen klinkt het als een heel emotioneel album. Welke rol spelen emoties in jouw muziek?
Goh, daar denk ik eigenlijk niet echt over na. Ik probeer gewoon mezelf te zijn. Ik hou wel van een beetje dissidentie en drama. Ik voel me zeker niet geremd om koude en donkere emoties over te brengen met mijn muziek, of zaken die voor de meeste mensen heel intiem zijn. Als je muziek maakt, moet je het volledige spectrum van gevoelens de vrije loop laten.
In je bio las ik dat de inspiratie voor ‘Oompah Radar’ van decadent Weimar cabaret kwam, muziek uit het Duitsland van de late jaren ’20.
Ja, ik ben wel geïnspireerd door die stijl. Een soort vreemde folklore, als je wil. Dat ‘oompah’ ritme is erg traditioneel en volks, en tegelijk ook een beetje circusachtig, een beetje geschift. Die song maakt me altijd heel vrolijk.
Geen idee hoe ik daartoe kwam, nu ik erover nadenk. Ik heb gewoon altijd wel affiniteit gehad voor zo’n bizarre stijlen. En deze is echt diepgeworteld in traditie.
Het doet natuurlijk ook denken aan de politiek van die tijd, die toen alles domineerde.
Inderdaad. Sommige mensen denken zelfs dat we met dat nummer een nazi tune hebben geschreven. Wat een onzin.
Je bio vermeldt uitdrukkelijk Ennio Morricone. Is dit album ook een beetje een hommage aan hem?
Een hommage niet, nee. Zoiets zou ik nooit doen. Maar ik ben wel een heel grote fan van zijn werk. Hij is een verbluffende componist. Maar we zijn door heel veel verschillende zaken geïnspireerd bij het maken van dit album.
Vertel eens wat meer over de vocals in ‘Deer Stop’. Ik kreeg er kippenvel van.
Dat was voor mij een erg memorabel moment. Ik zat in de tuin bij die bungalow te zingen en Will zette spontaan een effect op mijn stem. En daar reageerde ik dan weer op … En zo werden die vocals ‘live’ opgenomen. Will en ik doen alles samen. We schrijven en arrangeren, producen en mixen alles samen. Goldfrapp is van begin tot einde een joint effort.
En jullie kozen het label Mute. Waarom hen?
De mensen van Mute begrepen onmiddellijk waar we mee bezig zijn. Ze gaven meteen positieve respons – in tegenstelling tot andere mensen uit de industrie. Ik was erg blij dat ze even enthousiast waren als wij. We belegden een ontmoeting en daarna was alles snel beklonken. De hele filosofie van het label en de manier waarop ze hun artiesten zien en behandelen, zit voor mij helemaal goed. En ze komen ons tegemoet in de manier waarop we willen werken: ze laten ons gerust tijdens het creatieve proces.
Het resultaat is verrassend mooi. Heel erg bedankt voor je tijd!