Tony Allen

There’s nothing like Homecooking

Albumcover 'Homecooking' van Tony Allen

Wie op zoek is naar de perfecte coctail van jazz, funk, soul en Afrikaanse ritmes is bij Tony Allen aan het juiste adres. Deze Nigeriaanse topdrummer, componist en songwriter was meer dan 10 jaar lang de drummer van Africa ’70, de band van Fela Kuti, en daardoor een van de grondleggers van de afrobeat. Sinds de jaren ’80 en ’90 zet hij zijn muzikale carrière verder met talloze samenwerkingen binnen de jazz, hiphop en soul onder de noemer ‘afrofunk’.

We ontmoeten Tony Allen in een Brussels café voor een gezellige babbel over zijn nieuwe album, ‘Homecooking’.

Het valt op dat veel muzikanten die aan dit album meewerkten muzikale en educatieve projecten hebben lopen, zoals Ty met Ghetto Glamour en Eska met The Africa Center in de UK. Damon Albarn ging dan weer naar Mali voor de opname van zijn nieuwe album. Allemaal menslievende projecten. Speelt dat mee bij je keuze voor samenwerking?

Niet echt, nee … Ik heb al heel mijn leven veel verschillende muziek beluisterd: lokale muziek, klassiek, jazz, echt alles. Dus ik leer van alle verschillende stijlen. Ik probeerde mijn hele leven precies te spelen als de drummers waar ik naar opkeek, tot ik mezelf de vraag stelde: wanneer ga je nu eens beginnen spelen als jezélf? Iets unieks en eigen creëren, dat leek me heel moeilijk. En dat wilde ik bereiken met deze plaat.

Je ontmoette veel van de artiesten door het Allenko Brotherhood Ensemble, een groep waarin verschillende artiesten en producers een eigen interpretatie van afrobeat geven.

Dat klopt. Ik hou enorm van de stijlen die ze brengen, zoals hiphop en rap. Ik heb veel variatie nodig. Het verveelt me nogal vlug dat artiesten zo vaak dezelfde beats gebruiken. Alleen baby’s houden van repetitieve muziek. Als het daarbij zou blijven, stop ik gewoon met drummen.

Tja, wie zit er ook op saaie beats te wachten als er zoveel ruimte is voor iets nieuws?

Inderdaad. En die ruimte probeer ik zo veel mogelijk te exploiteren met afrobeat fusion. De tracks op deze plaat zijn allemaal anders qua stijl. Maar als mensen een nieuw ritme horen, pikken ze dat niet makkelijk op. Ze vinden het algauw te moeilijk, terwijl het net veel interessanter is! Ik koop zelf liefst platen waarop elk nummer op zichzelf staat. Daarom heb ik ruim 2 jaar de tijd genomen om deze plaat te maken. Ik heb nog nooit zo lang aan 1 album gewerkt. Maar ik heb al genoeg muziek verspild in het verleden.

Wat bedoel je, ‘verspild’?

Ik bedoel dat ik na veel opnames achteraf teleurgesteld was en niet het gevoel had dat het echt mijn ding was. Ik wilde er zelfs niet meer naar luisteren. Daardoor groeide de drang om eens echt ‘mijn’ eigen plaat te maken.

Muzikanten streven voortdurend naar iets nieuws. Is het dan niet normaal dat ze hun oude werk niet graag opnieuw beluisteren? Je hebt alle liedjes waarschijnlijk al kapot geluisterd tegen dat de plaat uitkomt, beeld ik me in.

Ja, dat speelt ook wel mee. Maar deze plaat zie ik toch als mijn eerste echte, eigen plaat.

“Afrobeat moet niet per se militant zijn. Het is gewoon muziek. Je kan er net zo een liefdesliedje mee maken.”

Opvallende invloeden zijn hier vooral hiphop en soul, hand in hand met de afrobeat. Tegenwoordig zijn latin hiphopgroepjes toch ook in opgang, zoals Arishas.

Die ken ik ja, die zijn top! Met die stijl wil ik echt ook nog iets doen. Ik heb constant uitdagingen nodig. Ik zit thuis ook altijd te zoeken naar drumpatronen die nog niet gebruikt zijn.

Heb je voor dit album veel vooraf geprogrammeerd? Of hoe ben je te werk gegaan?

Ik heb de nummer thuis op mijn computer geschreven, en daarna speelden we alles live in de studio. We gebruikten enkel een soort voorgeprogrammeerde cue, om het tempo heel precies te krijgen.

Vond je het moeilijk om alle muzikanten door het project te loodsen?

Zodra we het eens waren over de basis, kon ik elke muzikant veel ruimte geven. Dan is het niet moeilijk. Je vraagt hen gewoon om een basis in te spelen, en daarna mogen ze hun eigen ding doen.

Ik vind het altijd een verademing als er toch ook een beetje aandacht aan de teksten wordt besteed. Dat heb je hier duidelijk wel gedaan.

Dat vind ik erg belangrijk, want muziek kan een wapen zijn. Als het goed gedistribueerd wordt, geraakt het snel in de mensen hun hoofd en kan het inspireren. De boodschap is belangrijk. Al zullen de mensen waarover de teksten gaan hun hoofd altijd wel in het zand steken.

Door je verleden als drummer van de militante Fela Kuti in Nigeria, wordt afrobeat vaak geassocieerd met nostalgie naar die revolutionaire tijd. Je hebt duidelijk geen zin meer om dat nog eens te herkauwen, niet?

Klopt. Afrobeat moet niet per se militant zijn. Het is gewoon muziek. Je kan net zo goed een liefdesliedje in die stijl maken.

“Vaak is politiek gewoon legale diefstal.”

Toch gaat je plaat vaak ook over rechtvaardigheid.

Ja, ik wil wel een duidelijk standpunt meegeven. Ik stel de zaken graag in vraag. Waarom moeten mensen dingen doen waarmee ze anderen kapotmaken? Wat hebben we echt nodig? Veel mensen in Europa gooien het geld uit ramen en deuren, terwijl ergens ver weg andere mensen in een gevaarlijke, vuile mijn moeten werken … Waarom wordt dat niet aangepakt? De meeste politici zullen dat nooit willen begrijpen, denk ik. Zo is politiek nu eenmaal: vaak is het gewoon legale diefstal. Moest ik een politicus als familielid hebben, ik zou er waarschijnlijk mee breken. Ze zijn gewoon niet te vertrouwen, ik kan echt niet geloven in die mensen.

Er zit altijd wel ergens een bestuur rond een tafel plannen te maken die prachtige dingen zullen vernietigen. Konden we die mensen maar eens naar zo’n plaat doen luisteren. Ze zouden tenminste geconfronteerd worden met hoe ver ze eigenlijk wel gaan. Mensen die naar de maan vliegen en bommen fabriceren, dat heeft niks met de gewone bevolking te maken. Die mensen verspillen tonnen geld dat broodnodig is op andere vlakken. Als we door gekken gedomineerd worden, zouden we zelf wel eens gek kunnen worden. Je moet je daarvoor behoeden.

Net daarom doet zo’n positieve plaat deugd. Een van mijn favoriete nummers is ‘Jakelewah’. Wat betekent dat?

Wel, in het leven zijn er veel jonge mensen die alles direct willen hebben. Hoeveel mensen tussen de 30 en de 40 jaar willen niet alle comfort en gaan roekeloos met geld om? Alles moet meteen perfect en rooskleurig zijn. Als ze geld hebben, dan moet het op, en na hun 60e verjaardag zijn ze uitgeblust. Maar dat is net wanneer het leven rooskleuriger moet worden, want dat is de ‘avond’ van ons leven: eindelijk relaxen. Die jonge mensen beseffen niet dat ze vol energie zitten en gewoon van het leven kunnen genieten zoals het is. Zij zitten in de dag van het leven, de ouderen in de avond en nacht. Geloof dus niet dat je alles nu al moet hebben en dat oudere mensen niet meer kunnen genieten van het leven, want dat is gewoon niet waar. Het resultaat is dat veel oude mensen in de schulden zitten, in armoede leven en problemen hebben die vaak rampzalig zijn voor hun kinderen ook. Daarom zing ik: “Jakelewah – Let our night be better than our day”. Ik wil als ik oud ben niet meer zweten voor mijn geld.

Hoeveel achtergrondzangeressen hoor ik trouwens in dat lied?

Twee zangeressen, maar verdubbeld. Het klinkt als een koor, maar het is geprogrammeerd. Anders moest ik teveel vocalisten inhuren (lacht).

“Elke taal heeft een eigen ritme. “

Wie zijn Mary Lee en Norman?

Dat zijn twee mensen die nog nooit muziek hadden gemaakt. Ze kennen veel van de muzikanten op de plaat, en wilden wel meewerken aan een liedje. Ik had Erykah Badu gevraagd, maar die moest op het laatste moment afzeggen en ik zag niet in waarom ik haar per se moest vervangen door een beroemdheid. Talent is belangrijker. Trouwens, als je op de supersterren moet zitten wachten, kan het vaak wel héél lang duren.

Gaan jullie allemaal samen toeren?

Ja, iedereen gaat mee. We kunnen niemand missen. Ik heb gepleit voor een ernstig promotiebudget voor deze plaat, want ik wil het album brengen zoals het is. En de artiesten moeten er toch iets aan verdienen ook.

Aruba is ook een van je grote invloeden. In die traditie zit veel muziektheater. De spoken word (gesproken poëzie op muziek) van jou en Ty deed me daar aan denken.

Ik wordt geïnspireerd door alle talen en culturen. Elke taal heeft een eigen ritme. Ik maakte onlangs bijvoorbeeld een liedje voor de zangeres Gigi, een afrobeat remix van een Ethiopisch liedje. En toen vroeg ik er haar een a-capella-versie van. Dat was enorm inspirerend.

Ik maak geen muziek voor het geld, want dan produceer je toch niks degelijks. Ik wil nog veel verder gaan, ik zie zoveel mogelijkheden. Afrobeat bestaat al bijna 40 jaar, maar het genre wordt nu pas ontdekt. Nu is de avond van de afrobeat. Ik kan met elke artiest ter wereld samenwerken, en voel me daar helemaal klaar voor.

Wat is je truc om je aan elk genre aan te passen?

Ik kan uit elk liedje in elke stijl het ritme destilleren en vervangen door een ander ritme. Het is trouwens niet altijd interessant om een ritme te willen, zonder ritme kan ook. Off and on, en in variaties. Anders zou de reggae van pakweg Jimmy Cliff, Bob Marley of Peter Tosh niet te onderscheiden zijn van elkaar. Zij spelen in dezelfde stijl, maar op een heel eigen, andere manier, en met andere ritmes. Zo ga ik ook om met afrobeat.

Bedankt voor het interview!

http://tonyallenafrobeat.com/

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: