China: Vijftien jaar stilte

Een zee van studenten protesteert op het Tiananmenplein op 28 mei, 1989.
© Getty Images

Op 4 juni 2004 werd de vijftiende verjaardag herdacht van het drama dat zich afspeelde op het Tiananmenplein in Peking. Honderden studenten protesteerden tegen het rigide en corrupte beleid van de communistische partij en eisten meer democratie. Omdat het protest zich uitzaaide naar andere steden, rolden tanks het plein op en werden de betoging bloedig neergeslagen. Honderden mensen verloren het leven, tienduizenden werden gearresteerd in de nasleep van het geweld. Hoewel de Chinese overheid beweert vooruitgang te boeken op het vlak van de mensenrechten, blijft gerechtigheid voor de slachtoffers en de nabestaanden uit. Is er structureel iets veranderd in China de voorbije vijftien jaar? Ik vroeg het aan Mark Allison, specialist van het Oost-Azië team op het internationaal Secretariaat van Amnesty in Londen.

Communicatie over de mensenrechten kwam in China pas drie jaar geleden op gang in het kader van de zogenaamde ‘opening up policy’. Is er nu sprake van een echte, internationale mensenrechtendialoog?

De afgelopen jaren is China betrokken bij een officiële ‘mensenrechtendialoog’ met diverse overheden en instellingen, waaronder de VS en de EU. Amnesty neemt geen standpunt in over de vraag of dit overleg moet plaatsvinden of niet, maar we maken ons wel zorgen over het feit dat het niet leidt tot een daadwerkelijke verbetering van China’s mensenrechten palmares. Naarmate de discussie zich uitbreidt, blijken steeds minder landen bereid om hun kritiek op de mensenrechten in China openbaar te maken. Wij roepen deze landen op om erover te waken dat het overleg geen ‘gezellig onderonsje’ wordt, waarop overheden hun zorgen over de mensenrechten enkel nog privé bespreken. Zeker wanneer dat in de praktijk niet tot verbetering leidt. De dialoog moet waar nodig onderbouwd worden met stevige, openbare kritiek op de feiten.

Zijn economische motieven de grootste oorzaak van dat gebrek aan openbare internationale kritiek?

Het is duidelijk dat het uitbouwen van zakenrelaties en het zoeken naar goede investeringen voor de meeste landen primair zijn in hun relatie tot China. We zien in China de laatste jaren dan ook een wirwar aan activiteiten om nieuwe handelswetten ingevoerd te krijgen, maar weinig tot gaan pogingen om de hiaten in het rechtssysteem aan te pakken Politieke bemoeienis met de rechtspraak, corruptie en vage wetgeving … als deze zwaktes niet aangekaart worden, zullen ze een negatieve invloed blijven hebben op de bescherming van de mensenrechten én op het handelsklimaat.

Er lijkt op diverse vlakken zelfs een terugval te zijn. Ik denk aan het beperken van de internetactiviteiten en andere vormen van vrije meningsuiting die zogezegd een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid.

Ik weet niet of we kunnen spreken van een terugval. De vrijheid van meningsuiting wordt al tientallen jaren ernstig beknot in China. Vaag opgestelde bepalingen in het strafrecht maken het de autoriteiten mogelijk om mensen op te pakken en in detentie te houden als hun – meestal vreedzame – activiteiten gezien worden als een bedreiging voor de status quo. De toename van het aantal arrestaties voor ‘misdadige’ internetactiviteiten maakt deel uit van dezelfde tendens, een trend die zich heeft voortgezet sinds China zich in 1994 aansloot op het wereldwijde net.

Toch blijft in China kritiek niet uit. Enkele weken geleden kwamen in Hong Kong een half miljoen mensen de straat op. Ze protesteerden tegen een wetsvoorstel dan hun vrijheid van vergadering en meningsuiting zou inperken. Hun demonstratie leidde tot de intrekking van het wetsvoorstel door de overheid. Hoe groot schat u de invloed in van Hong Kong op het vasteland?

Wat in Hong Kong gebeurt, heeft duidelijk een invloed op het vasteland, ondanks het formele ‘1 land, 2 systemen’-beleid. De demonstraties in Hong Kong zijn het bewijs van een krachtige, wakkere samenleving in die regio, die niet bereid is om toe te kijken terwijl een wet ingevoerd wordt die hun fundamentele rechten bedreigt. Beijing probeerde druk uit te oefenen op de autoriteiten van Hongkong om die wet door te voeren. Veel inwoners van Hongkong waren bezorgd dat dit een poging was om de ideeën van het vasteland over ‘veiligheid’, ‘subversie’ en dergelijke meer naar het eiland over te brengen.
Maar China is een gigantisch land en hoewel vele mensen in het zuiden van China op de hoogte zijn van de demonstraties in Hongkong, is dat in veel mindere mate het geval bij de andere inwoners van het land. Temeer omdat over deze zaken niet of onjuist gerapporteerd wordt door de officiële Chinese media.

Toch lijkt de macht van de Communistische Partij af te nemen. Sinds die partij in 1949 aan de macht kwam, is Hu Jintao de eerste Chinese leider die niet tegelijk aan het hoofd staat van de Centrale Militaire Commissie. Jiang Zemin, het vorige Chinese staatshoofd, leidt deze zeer invloedrijke commissie. Is dat een teken van historische verandering?

Toen de nieuwe regering vorig jaar aantrad, waren velen optimistisch dat dit zou leiden tot diepgaande veranderingen in China, met onder meer een groter respect voor en een betere bescherming van de mensenrechten. Tot op heden zijn die verwachtingen niet waargemaakt, ondanks een aantal positieve stappen zoals de afschaffing van het systeem van ‘repatriëring en hechtenis’, een systeem van administratieve detentie dat wijdverspreide misbruiken tot gevolg had. Verder vonden er nog enkele kunstgrepen plaats, zoals de introductie van een clausule over de mensenrechten in de grondwet.

Naarmate het internationale mensenrechtenoverleg met China zich uitbreidt, blijken steeds minder landen bereid om hun kritiek op de mensenrechtenschendingen in China openbaar te maken.

De nieuwe regering moet zijn geloofwaardigheid bewijzen door duidelijk te breken met het vroegere beleid. Dat kan door een diepgaand, onpartijdig onderzoek in te stellen naar de gebeurtenissen van 4 juni 1989. Veel mensen geloven dat de doorgedreven onverzettelijkheid van de overheid om zo’n onderzoek in te stellen bewijst dat de ‘oude garde’ achter de schermen nog altijd enorm veel macht uitoefent.

In de aanloop naar 4 juni werd dokter Yangjong, een van de artsen die de gewonden in 1989 verzorgde, preventief gearresteerd om zijn kritische stem in de kiem te smoren. Is er dan geen enkele positieve evolutie?

De Chinese overheid heeft duidelijk gemaakt dat ze haar officiële mening over het hardhandig optreden op het plein niet zal wijzigen. Maar niet enkel pro-democratische activisten, ook steeds meer familieleden van de doden en vermisten van 4 juni 1989 roepen de autoriteiten op om het incident opnieuw te beoordelen. De beweging groeit, ondanks het feit dat sommige mensen werden opgepakt of gevangengezet vanwege hun activisme. Een bijzonder dappere groep is ‘De moeders van Tiananmen’, geleid door Ding Zilin. Deze moeders voeren onvermoeibaar actie voor een officieel onderzoek naar de gebeurtenissen van 1989. De groei van activisme onder de Chinese bevolking is zeer bemoedigend, hoe teleurstellend de reactie van de autoriteiten erop tot nu toe ook is geweest.

Bekijk het VRT-nieuwsitem naar aanleiding van 30 jaar Tiananmen, 4/06/2019

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: