Internetcensuur in China

Een blik op het meest gesofisticeerde censuursysteem ter wereld

Cartoon over internetcensuur in China © Quirit

Het groeiende belang van het internet en de informatievrijheid die ermee gepaard gaat, motiveert de Chinese overheid tot massale censuur van het medium op diverse niveaus. Daartoe worden meer dan een dozijn staatsinstanties en duizenden publieke en private personen ingeschakeld. Het onderzoek van OpenNet Initiative (ONI) is ontluisterend.

Hoewel geen enkel statuut beschrijft hoe de Chinese staat het internet filtert, geeft een lappendeken aan wetten een legale basis aan de massale censuur van de staat.

Eendracht maakt macht

Het internet is er onderhevig aan dezelfde wetten als de print- en audiovisuele media. China is een topper wat betreft het aantal journalisten in de cel en in september werd ook de buitenlandse berichtgeving officieel aan banden gelegd.

Om een internet licentie te krijgen, moeten providers (bedrijven die toegang tot het internet aanbieden, zoals bij ons Belgacom of Telenet) bovendien voldoen aan de wetten voor internettoegang en de reglementen voor internetteksten. De Chinese overheid autoriseert slechts vier staatsorganisaties om internetnetwerken te onderhouden en ook de 3 enige toegangspoorten van China tot het wereldwijde web (zgn. Internet Exchange Points) staan onder staatscontrole.

Veel draait in de wetgeving rond de mogelijkheid om gebruikers op te sporen. Providers moeten informatie bijhouden over de klanten, van rekeningnummer, telefoonnummer en gebruikte IP-adressen tot een registratie- en inlogsysteem om abonnees te identificeren. Het surfgedrag van elke gebruiker wordt 60 dagen bijgehouden en op aanvraag aan de overheid afgeleverd. Wie een internetverbinding koopt, moet zich binnen de 30 dagen registreren bij het lokale politiebureau. Cybercafés moeten filtersoftware installeren en de gebruikers kunnen linken aan de bezochte webpagina’s. Pogingen om geblokkeerde pagina’s te openen worden gerapporteerd aan het Openbaar Veiligheidsbureau. De cafés houden kopieën van de identiteitskaarten van de gebruikers minstens 2 maanden bij.

Gevaarlijke informatie?

Het lijstje van onderwerpen dat als subversief en dus verboden wordt bestempeld, is indrukwekkend. De nationale veiligheid en staatsgeheimen; verzet tegen de (grond)wet, de overheid, het socialistisch systeem, de sociale orde, de publieke moraal of het religieus beleid van de staat; informatie die aanzet tot gokken, geweld, moord of terrorisme; ‘geruchten’; seksueel suggestieve informatie; informatie over de veiligheid van computerinformatienetwerken, over sektes, … al die onderwerpen en meer vind je terug in diverse wetten, steeds vaag en ruim interpreteerbaar geformuleerd.

De wet op staatsgeheimen is een belangrijk onderdeel van dit censuursysteem. Het overkoepelt een ondoorzichtig geheel aan ‘vertrouwelijke’ informatie over economie en sociale ontwikkeling, wetenschap en technologie, internationale relaties, nationale defensie, partijgeheimen (inclusief kritiek op de partijlijn en publieke debatten over partijbeslissingen) en ‘belangrijke beleidsbeslissingen met betrekking tot de staat’. Staatsinstanties mogen bijkomende categorieën creëren en informatie retroactief als staatsgeheim bestempelen. Wie veroordeeld wordt voor het bezorgen van staatsgeheimen aan buitenlandse personen of organisaties via het internet, wacht mogelijk de doodstraf.

De Chinese Communistische Partij (CCP) censureert webpagina’s, blogs, discussieforums, universiteitsbulletins en e-mailberichten. Concreet beschouwt de partij alles wat afwijkt van de officiële communistische doctrine als subversief, bovenal informatie waardoor mensen zich organiseren. Daarnaast wordt ook info over ‘controversiële staatsacties’ gecensureerd: de gebeurtenissen op Tiananmen in ‘89, mensenrechtenrapporten over China, informatie over sociale rechtvaardigheid en sociale onrust in China, het Chinese beleid tegenover Tibet en Taiwan, arrestaties van dissidenten, informatie over corruptie … Informatie van onafhankelijke nieuwsmedia, en democratische of prowesterse commentaren blijven voor de meer dan 100 miljoen Chinese internetgebruikers grotendeels een blinde vlek. Dat maakt het voor Chinese burgers bijzonder moeilijk om een opinie te vormen over het (mensenrechten)beleid van hun overheid.

Waar geld spreekt, zwijgt de waarheid

Amnesty, Human Rights Watch en Reporters Zonder Grenzen beschuldigen westerse bedrijven zoals Microsoft, Cisco Systems, Google en Yahoo al jaren van actieve steun aan de Chinese censuur door de infrastructuur daartoe te ontwikkelen en onderhouden.

De technologie van Cisko, bijvoorbeeld, laat routers (de bakjes die het internetverkeer regelen – je hebt er ook eentje in jouw huis) toe om maar liefst 750 000 filterregels in te stellen. Deze software dient om aanvallen van virussen tegen te gaan, maar kan evengoed aangewend worden om de verspreiding van pakweg politieke informatie te blokkeren. Op dezelfde manier worden websites en blogs geblokkeerd. Chinese zoekmachines filteren het internet op sleutelwoorden en verwijderen bepaalde zoekresultaten automatisch.

De bedrijven houden vol dat ze de technologie enkel verkopen aan China en verder “de lokale wetten en gebruiken respecteren”.

Zelfcensuur

Het grote risico op criminele vervolging zet de Chinezen massaal aan tot zelfcensuur. Providers zijn aansprakelijk voor inhoud die verschijnt op hun diensten en zelfs voor overtredingen van abonnees via hun diensten. Inbreuken kunnen leiden tot een aanhouding van het personeel en het intrekken van de licentie. Dus censureren ze zelf massaal en houden zich eraan om ontoelaatbare inhoud te verwijderen en te rapporteren. Voor cybercafés geldt hetzelfde. En door de zware controle en straffen op het gebied van staatsveiligheid voeren tenslotte ook alle nieuwsdragers een grote mate van zelfcensuur in.

Olympisch goud

Met de Olympische Spelen in Peking in zicht, verzekert het Internationaal Olympisch Comité (IOC) op te treden wanneer China haar engagementen inzake de mensenrechten niet naleeft. Daarom overhandigde Amnesty een rapport over de mensenrechtensituatie aan het IOC en roept het Comité op om zijn invloed bij de Chinese autoriteiten aan te wenden in naam van allen wiens stem in China niet gehoord mag worden.

Ondanks beloftes om de persvrijheid uit te breiden, kende China het afgelopen jaar een nieuwe golf van repressie tegen journalisten en internetgebruikers,” aldus Jan Brocatus, directeur van Amnesty Vlaanderen. “De huidige stand van zaken is in strijd met de ‘Olympische geest’, die het behoud van menselijke waardigheid vooropstelt. Fonkelende stadia en spectaculaire parades zijn waardeloos als journalisten en mensenrechtenactivisten niet vrijuit kunnen spreken. Amnesty dringt er bij de Chinese gezaghebbers op aan de mensenrechtenbeloftes na te komen. Pas dan kan het Chinese volk bij de start van de Spelen oprecht trots zijn op wat hun land de wereld te bieden heeft.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: